In de westerse wereld wordt Tantra altijd met seks geassocieerd. Dit is niet correct, net zomin als dat de Kama Sutra slechts een boek met seksuele posities zou zijn. Er is hier ooit met een oriëntalistische blik één enkel onderwerp uit het grotere geheel gehaald en enorm opgeblazen. Want Tantra is veel meer dan dat alles: het is een methodologie, gegeven door Shiva om Goden te aanbidden.
Tantra komt voort uit Bhairava, één van de primaire vormen van Shiva. Hij is de Guru uit wie de Tantra is voortgekomen. Er zijn diverse soorten Guru’s: menselijke en Goddelijke. Hij hoort tot die laatste groep.. Er zijn 52 vormen van Kaal Bhairava en meerdere subvormen. Eigenlijk heeft elk gebied een eigen Bhairava Shakti. Hij is als het ware de beschermer van dat gebied, een ‘Chatrapaala’. Bij elke godsdienstplechtigheid wordt ook Chatrapaala aangeroepen als de beschermende energie.
Kaal Bhairava is een ‘deity’. We gebruiken het woord deity, omdat het Hindoeïsme vanuit de westerse cultuur wordt gezien als paganisme, het aanbidden van meerdere goden. (In het Christendom is men slechts bekend met één God, dus deity is beter passend dan een ‘Devta’, dat voor God staat). Kaal Bhairava kan verschijnen als een gelokaliseerde of kleinere energievorm van zichzelf, zodat zijn bestaan voor ons mensen begrijpelijk is. Of in zijn alomtegenwoordige vorm als God, the Supreme Lord of the Universe. Degene die ons volledig vrijmaakt van alles wat ons mens maakt.
De manier waarop wij er naar kijken komt voort uit de wijze waarop de rishi het ooit hebben ervaren. Dit waren geen gewone mensen. Door hun manier van aanbidden (sadhana) en soberheid van boetedoening (tapasya) begrepen zij God. Rishi kunnen dingen zien die onzichtbaar blijven voor de normale mens. Zelfs na 6000 jaar werken de mantra’s als je er de naam van de rishi aan verbindt. De rishi heeft de mantra gezien en als je zijn naam erbij noemt, komt er een beetje van deze zegen naar ons toe.
Rishi waren erg krachtige wezens. We geloven dat het lichaam een ziel heeft die steeds weer incarneert. Dit zijn dus zielen van een hele hoge orde, die ervoor kiezen om te incarneren in vlees en bloed en zo de link te vormen tussen de spirituele en materiële wereld. Ze laten ons zien hoe je een bepaalde deity kunt bereiken. Door hun visie, hun kracht en hun manier van aanbidden heeft deze hele cultuur weten te overleven. Tantra is een manier om de Goden en de devta’s te aanbidden, passend in de tijd van Kali Yuga.
Donker en licht, goed en slecht zullen altijd bestaan. Zwarte magie wordt in Sanskriet ‘Avichar Kriya; genoemd, wat ‘iets dat een negatief resultaat produceert’ betekent. Op het moment dat je een negatieve gedachte hebt, bijvoorbeeld wanner je iemand iets slechts toewenst, dan is deze zwarte magie al in het leven geroepen. Je intentie heeft dat gedaan. Tantra geeft je slechts een methode om de Goden te aanbidden, afhankelijk van je intentie, of die nu goed of slecht is, zul je een evenredig resultaat boeken. Het is helemaal aan jou. Tantra is ook bedoeld om een hogere staat van bewustzijn te bereiken.
Tantra komt in zekere mate vanuit Kashmir en de Kamakya tempel in Zuid-India. Het Vedische systeem en het Tantrische systeem zijn twee parallelle stromen van aanbidding. Het Vedische systeem is gebaseerd op de Purana’s. Er zijn classificaties binnen de Tantra, die de zeven ‘Acharamsarams’ heten, wat ‘gedragswijzen’ betekent. Vedachara is de gemiddelde manier van aanbidden. Daarna volgen nog meerdere stadia. Deze stadia hoef je overigens niet in één leven te doorkruisen. Je integreert de kennis in een bepaald leven en draagt het mee naar een volgend leven. Het werkt niet zo dat je vandaag begint en over tien jaar klaar bent. Sterker nog, als je dit niet goed uitvoert, kun je in een nog lagere staat geraken dan waarin je was begonnen.
Je ziet weleens dat een twintiger plotseling wordt blootgesteld aan spiritualiteit en hierin geïnteresseerd raakt. Bijvoorbeeld wanneer hij een spiritueel boek krijgt van iemand. De kennis wordt dan gereviseerd – daarom komt het boek op zijn pad. We worden geboren in ‘Maya’ (de Illusie) en kunnen ons voorgaande levens niet herinneren, omdat we dan simpelweg niet kunnen functioneren. Maar de informatie wordt altijd ergens opgeslagen. Je aanleg zal je richting het spirituele pad sturen. Maar dat betekent niet dat je er meteen bij kan. Daarvoor zul je er energie in moeten stoppen en het verder moeten ontwikkelen. Alleen iemand met veel discipline kan dit voor elkaar krijgen. Je begint dus met de Vedachara, daarna de Dakshinachara. Je hebt daar wel een Guru voor nodig die je initieert, zodat je Tantric mantra’s kan praktiseren en je de methodes van Upasana leert, zoals het reinigen van je meditatieplek en dergelijke.
Een mantra is eigenlijk een Goddelijke chant, waarmee je connectie maakt met de desbetreffende devta. Zo zijn er Beej mantra’ss, die een soort capsule zijn met de energie van de devta. Een Beej mantra is als een zaadje dat je in je hoofd plant en dat je met een goede verzorging uit kunt laten groeien tot een boom. In dit geval iets krachtigs voor jezelf. Je gebruikt altijd een ‘mala’ (rozenkrans) met 108 kralen om te chanten. Deze mantra’s hebben niet meteen een betekenis. Het gaat hierbij om de fonetische kracht van de uitspraak waarmee je een energie creëert die resoneert met de deity. Als je begint met het chanten van een Beej mantra, heb je altijd begeleiding nodig omdat je in een alternatieve staat van bewustzijn terecht kan komen waarvan je niet weet hoe daar mee om te gaan. Je moet dus geïnitieerd worden. Om Tantra te starten, heb je een initiatie van een Guru nodig. Eenieder heeft een Guru, zelfs Shri Krishna had er één. Alleen Shiva heeft geen Guru. Hij is de Adi Deva.
Waarom heb je dan een Guru nodig? Stel je voor dat je in een vliegtuig zit en g-krachten voelt waar je niet mee kunt omgaan, dan wordt je ervaring een negatieve omdat jij het niet kan bevatten. Dat is niet de bedoeling. En daar mee kan de Guru je helpen. Je Guru is als Google Maps, een helper die je de weg wijst. Sommige mantra’s genereren een enorme hitte in je lijf, of geven je dromen waar je je geen raad mee weet. Dan kan de Guru je vertellen of je het aantal mala’s dat je draait bijvoorbeeld moet reduceren.
The primaire deity die je aanbidt is je Isht Dev. Met andere woorden: degene waar je voorkeur naar uit gaat. We beginnen altijd met Ganesha, zodat hij de obstakels op je pad verwijdert. Ook als we hem zelf aanbidden, beginnen we met hem. Eerst is hij de Vignaharta, de verwijderaar van obstakels, daarna wordt hij de Ishwara, God zelf. Hij verandert zijn energie naar gelang jouw behoefte.
Het is niet dat als je de Goden aanbidt, je nooit fysieke en mentale pijn zult ervaren. Zolang je dit lichaam hebt, zal dat zo blijven en maak je ook fouten. Zelfs de rishi hebben door hun eigen worstelingen moeten gaan. Bepaalde vormen van aanbidding, bijvoorbeeld van een bepaalde vorm van Kali die op crematiegrond verblijft, kan je beter niet thuis doen. Dat komt omdat als je haar uitnodigt, zij ook de energie van haar omgeving meeneemt. De omgeving van een crematiegrond heb je liever niet in een huishouden.
Een Upasaka, is eigenlijk een aanbidder op gevorderde niveau. Hij kan de deity benaderen op een manier dat de deity verplicht wordt om te antwoorden. Dit vraagt een enorm doorzettingsvermogen, wilskracht en discipline. Het is net als een Beej mantra, je plant een zaadje. Maar als je deze niet verzorgt, in dit geval door de sadhaana (manier van aanbidden) te beoefenen, zal er ook niets tot groei komen. Je kan dan ook niet zomaar beloven dat je bijvoorbeeld op een bepaalde manier een sadhana zal gaan doen van veertig dagen. Maya zal blijven proberen om je af te leiden en de deity zal je wilskracht testen.
Je gebruikt vuur als boodschapper naar de deity’s. Het vuur brengt je offers naar hen toe. Het is als een portaal naar de hogere rijken. Vuur is ook het sleutelelement dat ik gebruik bij alle pooja`s (erediensten) die ik doe.
Bron: YouTube.com – The Ranveer Show, aflevering 257. Tantra & the occult – powerful truths explained by a tantric – Rajarshi Nandy.